Service
Winkelwagen
Menu
Kortingen tot 50%! - Black Friday Deals bij Medpets! Lees meer

Welk knaagdier past bij mij?

Geschreven door tommy |

Voordat je een knaagdier gaat aanschaffen, is het belangrijk om te bedenken of en welk knaagdier bij je past.

knaagdier

Aanschaf van een knaagdier – welk knaagdier past bij mij?

Voordat je een knaagdier gaat aanschaffen, is het belangrijk om te bedenken of en welk knaagdier bij je past. Dit hangt af van de hoeveelheid zorg en ruimte dat het dier nodig heeft, of je een dier kiest om te knuffelen of om slechts naar te kijken, of het een groepsdier is of een individueel te houden dier. Het is daarnaast belangrijk om te beseffen dat een aantal knaagdieren er knuffelbaar uitzien, maar dat helaas niet zijn en daardoor ook minder geschikt zijn als huisdier voor kinderen. Sommige knaagdieren zijn redelijk tam, maar zeker niet alle soorten. De levensverwachting van de verschillende knaagdieren loopt sterk uiteen, ook dit is belangrijk om over na te denken. Een chinchilla of cavia wordt vele malen ouder dan een hamster, muis of rat. Het is tevens belangrijk om stil te staan bij eventuele vakanties en wie jouw huisdier dan kan verzorgen.

Voornamelijk ratten en cavia’s zijn tamme dieren, die ook opgepakt kunnen worden. Muisachtigen, dwerghamsters en gerbils zijn daarentegen lastig te hanteren en daarmee minder geschikt voor kinderen. Ook chinchilla’s worden liever niet teveel gehanteerd. Voor mensen die niet eerder een knaagdier hebben gehad, zijn een rat of cavia daarom het meest geschikt.

De keuze voor een mannetje of vrouwtje is afhankelijk van de knaagdiersoort die je kiest. Normaal gesproken kunnen vrouwtjes bij elkaar gehouden worden (zeker als ze van jongs af aan samenleven). Meerdere mannetjes samen lukt niet altijd. Zo kunnen mannelijke muizen en gerbils niet goed samenleven. Bij chinchilla’s, cavia’s en ratten kan het eventueel wel wanneer de dieren van jong af aan bij elkaar leven en er geen vrouwtjes in de buurt zijn. Meestal kunnen een mannetje en vrouwtje ook samen gehouden worden, mits het mannetje gecastreerd wordt.

Wanneer je twee volwassen dieren samen wilt zetten, dan moet het contact langzaam en zorgvuldig opgebouwd worden. Zet beide dieren bijvoorbeeld eerst in een apart verblijf, waarbij ze elkaar wel kunnen zien en ruiken. Daarna kun je ze samen in het verblijf zitten, met een barrière ertussen, zodat ze meer contact kunnen maken maar niet in een gevecht kunnen belanden. Wanneer dit een aantal dagen goed gaat kun je beide dieren onder toezicht samen zetten.

Verzorging

Vanzelfsprekend heeft elk dier dagelijkse zorg nodig, zoals voeren, voorzien van schoon drinkwater en moet het verblijf regelmatig verschoond worden. De hoeveelheid tijd die je kwijt bent aan de verzorging hangt af van het knaagdier dat je kiest. Een hamster is bijvoorbeeld ‘zindelijk’ en bevuilt slechts een klein stukje van het verblijf. Dit kun je een rat ook aanleren. Een cavia keutelt echter overal in zijn verblijf en dit kost meer tijd in het verschonen van het hok. (Mannelijke) ratten en muizen kunnen een sterke geur verspreiden en zullen daardoor vaak een verschoning van het hok nodig hebben. De gerbil produceert bijvoorbeeld heel weinig urine en heeft daardoor veel minder vaak een schoon hok nodig.

Leefwijze

Helaas worden de meeste knaagdieren in te kleine verblijven gehuisvest, dat kan leiden tot stereotiep gedrag. Voornamelijk chinchilla’s zijn gevoelig voor een verkeerde huisvesting. Het is dus erg belangrijk om te weten wat een dier nodig heeft. Het is daarbij belangrijk dat het dier zijn natuurlijke gedrag uit kan blijven oefenen.

De meeste knaagdieren zijn groepsdieren. Om in hun behoeftes te voldoen, zullen deze dieren dus met tenminste 1 soortgenoot gehouden moeten worden. Wil je slechts 1 dier houden, dan zijn de hamster en dikstaartgerbil bijvoorbeeld geschikt.

Inrichting van knaagdierverblijven

Het verblijf dient zo ingericht te worden dat het dier kan voorzien in zijn basisbehoeften. Deze basisbehoeftes zijn slapen, eten en drinken (voedsel zoeken), verstoppen, omgeving onderzoeken (klimmen/graven) en contact met soortgenoten (in geval van groepsdieren).

Aangezien de meeste knaagdieren tevens prooidieren zijn houden ze niet van onoverdekte open ruimtes. Zet bij voorkeur de eet- en drinkbak daarom ook niet midden in het verblijf neer, maar enigszins beschut. Zorg voor voldoende schuilplaatsen in het verblijf.

Hamster graven graag en vinden daarom een verblijf met een dikke bodembedekking (liefst minimaal 15cm) prettig. Ratten, muizen en chinchilla’s zijn echte klimmers en vinden het daarom prettig om meerder etages in hun verblijf te hebben. Cavia’s houden juist niet van klimmen en hebben vooral veel oppervlakte nodig en vinden het daarom prettig om af en toe ook door het huis of de tuin te kunnen lopen. Daarnaast houden hamsters en chinchilla’s hun vacht graag schoon door te baden in zand. Zorg daarom voor een ‘zandbad’ in het verblijf. Chinchilla’s hebben de voorkeur voor zeer fijn zand, speciaal ‘chinchilla-badzand’. Sommige hamsters willen het zandbad nog wel eens als toilet gebruiken. Verschoon het zandbad dus regelmatig of zorg voor twee verschillende ‘badjes’. De gerbil heeft ook graag een zandbad, wat ze gebruiken als toilet.

Een schuilplekje moet het liefst niet doorzichtig zijn, zodat de diertjes zich ook echt terug kunnen trekken. Gerbils hebben graag een huisje met een tunnelachtige ingang. Hamsters willen bijvoorbeeld graag ook plek om hun voedsel in op te slaan, dus een huisje met verschillende ruimtes en het liefst zonder bodem zodat ze ook kunnen graven.

Hokverrijking

Je kunt de natuurlijke situatie zoveel mogelijk nabootsen door bijvoorbeeld verschillende ondergronden te gebruiken (informeer wat geschikt is voor jouw huisdier) en daarnaast stenen, touwen, takken of huisjes in het verblijf te plaatsen. Zo heeft jouw dier verschillende klim- en speelmogelijkheden die ze in de natuur ook zouden hebben.

Een looprad is goed om jouw dier in beweging te houden. De zijkant van het rad dient dicht te zijn en er mag geen sprake zijn van spijlen, aangezien het dier hierin bekneld kan raken.

Voeding

De voedingsbehoeftes van alle knagers lopen sterk uiteen. Gerbils en chinchilla’s zijn van oorsprong woestijndieren en mogen daardoor bijvoorbeeld niet te veel fruit en groenten dat veel vocht bevat. Chinchilla’s hebben een gevoelig maagdarmkanaal en het is daarom belangrijk om goed te weten wat ze nodig hebben. Voor chinchilla’s wordt geadviseerd een speciale Chinchilla-pellet te voeren, +/- 20-30 gram per dag. Als beloning kun je een klein stukje gedroogd fruit (rozijn, appel) geven. Geef echter nooit vochtig fruit of groente, pinda’s of nootjes.

Gerbils hebben als basis een compleet voer geschikt voor kleine knagers, waaronder specifiek de gerbil, nodig. De dagelijkse hoeveelheid is ongeveer 10-15gram. Dit mag worden aangevuld met wat fruit en groente (liefst gedroogd). Daarnaast zijn dierlijke eiwitten ook belangrijk. Dit kun je geven in de vorm van een honden- of kattenbrokje of bijvoorbeeld af en toe een meelworm.

Ratten zijn van nature alleseters. Ze hebben een voer speciaal voor ratten nodig. Daarnaast kun je ze als lekkernij een stukje fruit of groente geven. Ook muizen zijn alleseters. Ze hebben een voeding nodig die gemaakt is voor kleine knagers, inclusief muizen. Ook deze knagers kunnen getrakteerd worden op een stukje groente of fruit.

Cavia’s kunnen zelf geen vitamine C aanmaken en hebben speciale cavia-voeding nodig waarin dit voldoende aanwezig is. Helaas neemt het gehalte aan vitamine C in het voer na verloop van tijd af en kan dit de cavia onvoldoende voorzien in zijn behoefte aan Vitamine C. Het donker, droog en luchtdicht bewaren van het voer kan deze afname aan vitamine C wel doen verminderen, daarnaast is het aan te raden kleine zakjes voeding te kopen die niet heel lang bewaard hoeft te worden. Geef voor de zekerheid echter toch dagelijks ook een half tabletje vitamine C van 50mg aan jouw cavia. De dagelijkse hoeveelheid is ongeveer 20gram per dag. Je kunt aanvullend verschillende groentes en fruit geven.

Een hamster heeft een compleet hamstervoer nodig. De dagelijkse hoeveelheid is 10-12 gram per dier per dag.

Voor alle knaagdieren geldt dat het belangrijk is om niet te kiezen voor het gemengde voer aangezien ze dan erg selectief gaan eten. Het is beter om een ‘pellet’ te geven waarin alle voedingsstoffen verwerkt zitten, zoals bij de Supreme Science Selective voedingslijn. Verder is het noodzakelijk om alle knagers altijd voldoende vers hooi te geven. Daarnaast hebben alle knaagdieren een behoefte om te knagen. Je kunt hiervoor wilgentakjes, berk of hout van fruitboompjes gebruiken. Zowel gerbils, chinchilla’s als ratten kun je beter geen knaag- en likstenen geven, dit kan blaasstenen tot gevolg hebben.

Voor verdere adviezen over voeding en huisvesting kun je terecht bij de huisdierbijsluiters van het LICG.

Relevante producten voor knaagdieren

Overzicht van kenmerken per knaagdiersoort

In het overzicht kun je de eigenschappen en behoeftes van een aantal knaagdiersoorten vinden. Dit kan je wellicht helpen in de keuze.

Soort knaagdier Eigenschappen en behoeftes
Cavia
  • Voornamelijk overdag actief
  • Groepsdier
  • Tam en goed hanteerbaar
  • Grootte verblijf 120×50 cm, liefst met uitloop of mogelijkheid om af en toe los te lopen
  • Niet zindelijk
  • Houdt niet van klimmen
Dwerghamster
  • Voornamelijk ’s avonds en ’s nachts actief
  • Groepsdier, echter in gevangenschap beter individueel houden
  • Enigszins tam
  • Grootte verblijf 80×40 cm
  • Redelijk zindelijk, urineert vaak in een hoekje
Syrische hamster
  • Voornamelijk ’s avonds en ’s nachts actief
  • Liefst individueel houden
  • Tam, is snel en daardoor niet altijd makkelijk hanteerbaar
  • Grootte verblijf 80×40 cm
  • Houdt van graven, dus graag dikke bodembedekking als graafmogelijkheid
Rat
  • Voornamelijk ’s avonds en ’s nachts actief
  • Groepsdier
  • Tam en goed hanteerbaar
  • Grootte verblijf 100 x 50 x 70 cm
  • Houdt van klimmen, dus liefst een verblijf met etages
  • Kan zindelijkheid aangeleerd krijgen
Muis
  • Voornamelijk ’s avonds en ’s nachts actief
  • Groepsdier
  • Enigszins tam, is snel en daardoor niet altijd makkelijk hanteerbaar
  • Grootte verblijf 60×40 cm
  • Houdt van klimmen, dus liefst een verblijf met etages
Chinchilla
  • Voornamelijk ’s avonds en ’s nachts actief
  • Groepsdier
  • Handtam, niet makkelijk hanteerbaar
  • Grootte verblijf 80×50 cm
  • Houdt van klimmen, dus liefst een verblijf met etages
Dikstaartgerbil
  • Voornamelijk ’s avonds en ’s nachts actief, maar soms ook overdag
  • Liefst individueel houden
  • Enigszins tam
  • Grootte verblijf 80×40 cm
Mongoolse gerbil
  • Zowel overdag, ’s avonds en ’s nachts hanteerbaar
  • Groepsdier
  • Handtam, niet makkelijk hanteerbaar
  • Grootte verblijf 80×40 cm
Perzische gerbil
  • Voornamelijk ’s avonds en ’s nachts actief
  • Groepsdier
  • Enigszins tam
  • Grootte verblijf 100×50 cm

Handtam: gewend om beetgepakt te worden, maar worden liever niet geknuffeld.