Chronisch nierfalen
Chronisch nierfalen is een veelvoorkomende aandoening bij katten vanaf een jaar of 9. Hierbij is een deel van de nieren onherstelbaar beschadigd geraakt. Er kunnen verschillende oorzaken aan ten grondslag liggen. Meestal is deze echter niet meer te achterhalen omdat de ziekte al langer speelt dan dat er klachten zijn. Door de reservecapaciteit worden symptomen pas merkbaar als 75% van de nierfunctie verloren gegaan is. De eerste symptomen zijn meestal vaag, zoals een doffe vacht en sloomheid. Ook kan langzaam maar zeker gemerkt worden dat de kat wat grotere plassen doet op de bak.
Verschijnselen van nierfalen bij een kat
Vaak worden deze beginnende verschijnselen van chronisch nierfalen niet herkend of afgedaan als ouderdomskwaaltjes. Als er niet ingegrepen wordt, zullen de nieren nog verder beschadigd raken en kunnen er ernstigere symptomen optreden.
Door het uitvallen van nefronen gaan alle normale functies van de nier minder goed werken. De nieren laten te veel water door naar de urine en houden te weinig water vast in het lichaam. Om dit te compenseren, zal de kat meer gaan drinken. Als hij het niet bijgedronken krijgt, zal de kat uitdrogen.
Ook kunnen de nieren afvalstoffen niet meer goed het lichaam uit werken en deze zullen blijven circuleren in de bloedbaan. Deze afvalstoffen vergiftigen de kat. Vooral ureum, een afvalproduct van de eiwitstofwisseling, zorgt hierbij voor problemen. Ureum geeft de kat een misselijk gevoel en kan zweertjes in de bek en maag veroorzaken. De misselijkheid en pijnlijke bek zorgen voor braken en een verminderde eetlust, waardoor de kat af gaat vallen.
Doordat de filterfunctie van de nieren niet goed meer werkt, worden er ook eiwitten uitgescheiden met de urine. Hierdoor zal de kat eiwitten gaan gebruiken die vrijkomen uit spierafbraak.
Ook de hormoonproducerende capaciteit van de nieren wordt aangetast met alle gevolgen van dien. Zo kan er bloedarmoede ontstaan door een gebrek aan het hormoon EPO. Dit kan een kat sloom en lusteloos maken. De bloedarmoede kan bovendien nog verergeren door bloedverlies uit maagzweren en zweertjes in de bek.
Nierschade tast vaak ook het regulatiecentrum van de bloeddruk aan, waardoor er een te hoge bloeddruk in het lichaam ontstaat. Andersom kan een te hoge bloeddruk juist weer zorgen voor nierschade. Meestal merkt een eigenaar er niets van als zijn kat een te hoge bloeddruk heeft. Pas in een laat stadium ontstaan klachten als bloedingen in het oog, blindheid en hartproblemen.
Het stellen van de diagnose van nierfalen
Chronisch nierfalen is niet lastig om te diagnosticeren. Op basis van de verschijnselen en een lichamelijk onderzoek ontstaat er vaak al een vermoeden bij de dierenarts. Dit vermoeden kan bevestigd worden door het uitvoeren van een urineonderzoek en bloedonderzoek. Soms zal ook de bloeddruk opgemeten worden.
Urineonderzoek
De urine wordt nagekeken op de aanwezigheid van eiwitten en ontstekingsfactoren, en het soortelijk gewicht wordt bepaald. Hiermee wordt de waterigheid van de urine gemeten. Dit zegt iets over hoe goed de nieren urine kunnen concentreren. Je kunt thuis makkelijk urine opvangen met de speciale Katkor korrels.
Bloedonderzoek
In het bloedonderzoek geven de zogenaamde nierwaardes de doorslag over het al dan niet aanwezig zijn van nierfalen. De afvalstoffen ureum en creatinine worden bij nierfalen niet meer goed uitgescheiden en vormen hiermee een goede maatstaf voor de nierfunctie. Creatinine is een afbraakproduct van een eiwit dat in het spierweefsel voorkomt. Bij een gezond dier is de creatininewaarde in het bloed redelijk stabiel, omdat het constant met de urine uitgescheiden wordt. Bij meer dan 60% nierschade kunnen de nefronen alle creatinine in het bloed niet meer verwerken en stijgt de creatininewaarde van het bloed. Sinds kort is er ook een andere bloedtest beschikbaar (SDMA). Hiermee kan nierfalen eerder opgespoord worden, namelijk bij 25 tot 40% afname van de nierfunctie.
Het eerdergenoemde ureum zegt ook iets over de nierfunctie. Bij een verminderde nierfunctie kan het ureum ook niet meer goed uitgescheiden worden en zullen de waardes ervan stijgen in het bloed.
Een andere parameter voor de nierfunctie is fosfaat. Fosfaat is een zout dat belangrijke processen in het lichaam beïnvloedt. Bij nierfalen kan het fosfaatgehalte stijgen, omdat het niet meer goed uitgescheiden kan worden. Een teveel aan fosfaat in het bloed is schadelijk.
Bloeddruk
Omdat een kat met nierfalen een verhoogde kans heeft ook een hoge bloeddruk te hebben, wordt dit vaak door jouw dierenarts gecontroleerd. Dit gebeurt op een vergelijkbare manier als hoe het bij mensen gedaan wordt; met een opblaasbare cuff en een dopplermeter. Als er een te hoge bloeddruk vastgesteld wordt, kunnen hier medicijnen voor gegeven worden.
Behandeling van nierfalen bij de kat
Nierfalen is helaas niet te genezen en de behandeling berust dan ook op het remmen van verslechtering van de nierfunctie.
Dierenarts opname bij acuut nierfalen kat
Als er ernstig nierfalen geconstateerd is met symptomen zoals niet willen eten, braken, uitdroging, vermagering en sloomheid, moet de kat een aantal dagen opgenomen worden in een dierenkliniek. Om de uitdroging op te heffen en de nieren goed door te spoelen moet de kat aan het infuus liggen, waarbij hij vloeistof toegediend krijgt rechtstreeks in de bloedbaan. Ook zal de kat medicatie krijgen tegen misselijkheid. Als de kat niet eet, moet hij gedwangvoerd worden. Als na een paar dagen intensieve behandeling blijkt dat de nierwaardes in het bloed voldoende gedaald zijn, mag de kat naar huis met een speciaal nierdieet en medicatie.
Behandeling van chronisch nierfalen
Als het nierfalen relatief vroeg gediagnostiseerd wordt, voordat er ernstige verschijnselen optreden, is het niet nodig de kat op te nemen. De kat mag weer mee naar huis met speciaal voer en medicijnen. Om de doorstroming van de nieren zo goed mogelijk te houden, moet ervoor gezorgd worden dat de kat zo veel mogelijk water opneemt. Drinken kan gestimuleerd worden met bijvoorbeeld een drinkfonteintje. Ook hebben natvoer of gewelde brokjes de voorkeur boven droogvoer, omdat de kat dan met zijn eten ook water binnenkrijgt.
Purina Pro Plan heeft een speciaal supplement ontwikkeld, namelijk Hydra Care, om de wateropname van je kat te verhogen.
Nierdieet Kat
Voeding speelt een essentiële rol in de behandeling van chronisch nierfalen. De kat moet voor de rest van zijn leven een speciaal nierdieet krijgen. Een nierdieet bevat minder eiwit dan standaard voer en het eiwit dat erin zit is van betere kwaliteit. Hierdoor zal er minder ureum gevormd worden, wat ervoor zorgt dat de kat zich minder beroerd voelt.
Voorbeelden van niervoeding zijn bijvoorbeeld:
Van de meeste nierdieten is zowel droogvoer als natvoer beschikbaar.
Nierondersteunende supplementen
Als uit het bloedonderzoek gebleken is dat het fosfaatgehalte in het bloed verhoogd is, worden fosfaatbinders voorgeschreven. Deze middelen zorgen ervoor dat het fosfaat in de voeding gebonden wordt, zodat er minder in het bloed opgenomen wordt. Voor katten is ook het product Porus One ontwikkeld. Dit product bindt gifstoffen in de darmen die schadelijk zijn voor de nieren, de zogenaamde uremische toxines. Als het bloed te weinig kalium bevat, dient ook dat gesupplementeerd te worden. Soms wordt er nog andere medicatie voorgeschreven om de bloeddruk te verlagen of om eiwituitscheiding in de urine te voorkomen.
Er zijn een aantal supplementen die de nieren van katten goed kunnen ondersteunen, bijvoorbeeld:
Prognose
Hoewel eenmaal beschadigde nieren nooit meer kunnen herstellen, kan er met de juiste behandeling nog een goede kwaliteit van leven verkregen worden voor de kat. De prognose van chronisch nierfalen is echter erg wisselend. Sommige katten verslechteren snel en reageren niet goed op een behandeling. Andere katten kunnen nog jaren gelukkig leven.
Indien je verschijnselen van nierfalen bij jouw kat herkent, is het verstandig jouw kat na te laten kijken door een dierenarts. Ook bieden sommige dierenartsen een seniorcheck aan, waarbij ze naast een algemeen lichamelijk onderzoek ook een bloedonderzoek uitvoeren om de orgaanfuncties, waaronder de nierfunctie, te controleren. Bij een oudere kat is dit zeker aan te raden om te doen. Mochten er dan afwijkingen gevonden worden, ben je er in ieder geval tijdig bij en kan er vroeg worden begonnen met behandelen. Want hoe eerder gestart wordt met niersparende maatregelen, hoe beter de prognose.
Heb je nog vragen? Neem dan contact op via dierenarts@medpets.nl.