Australian Shepherd
De Australian Shepherd is in de twintigste eeuw in Californië ontstaan uit Australische schaapherdershonden. Daar werden de honden gebruikt voor het drijven van vee. De Australian Shepherd is intelligent, slim en leergierig, evenwichtig, waaks en alert. De vacht is halflang, steil of licht gegolfd haar met een dichte ondervacht. De Australian Shepherd zijn er in verschillende aftekeningen. Deze hond is zeer trouw en gehecht aan het gezin.
Kenmerken
Kleur
De vacht bestaat uit halflang, steil of licht gegolfd haar met een dichte ondervacht. De Australian Shepherd komt voor in de kleuren Blue Merle, Redmerle (leverkleur), effen zwart of bruin, eventueel met tankleurige aftekeningen en wit. De Australian Shepherd heeft relatief weinig vachtverzorging nodig. In de ruiperiode verhaart de ondervacht en is een herderharkje heel erg nuttig voor het verwijderen van losse haren.
Uiterlijke kenmerken
Lichaam
Vee- en schapenhoeder. Waakhond. Gezelschapshond. Herdershonden.
Gemiddeld gewicht
Het gemiddelde gewicht van de hond ligt tussen de 16-32 kg.
Schofthoogte
Reuen: 50 cm tot 57 cm en teven: 45-52 cm.
Aanpak op de training
De Australian Shepherd voelt aan wat zijn baas wil. Deze hond is zeer intelligent, leert erg makkelijk en is makkelijk te trainen. Hoewel de hond tijdens het werk agressie kan vertonen, is hij vriendelijk naar mensen. Je moet erg veel geduld hebben om de Australian Shepherd goed te trainen.
Veel voorkomende symptomen
De voornaamste gezondheidsproblemen die we bij de Australian Shepherd zien zijn dat ze aanleg hebben voor rugproblemen, grauwe staar en CEA.
Hondensporten
Vee- en schapenhoeden, flyball, behendigheid, speur en zoek werk. Gehoorzaamheidswedstrijden.
Australian Shepherds zijn geschikt voor eigenaren die:
Een waakhond of een gezelschapshond zoeken. Deze hond heeft erg veel beweging nodig en moet dus regelmatig uitgelaten worden en goed in beweging komen. Deze hond is geschikt voor eigenaren die ervaring hebben en genoeg tijd om deze hond op een goede manier op te voeden en te vermaken. En de hond regelmatig te kunnen borstelen.
